NL Olandese verbi coniugati per lettera V
- vaarwelzeggen ... vangen
- vaporiseren ... vastklemmen
- vastkleven ... vastpraten
- vastprikken ... vastzuigen
- vaten ... veraanschouwelijken
- verabsoluteren ... verassen
- verbabbelen ... verbidden
- verbieden ... verboeten
- verbouwen ... vercommercializeren
- verdagen ... verdiskonteren
- verdobbelen ... verdrijven
- verdringen ... verdwijnen
- veredelen ... vereuropesen
- verevenen ... vergapen
- vergaren ... vergisten
- verglazen ... vergruizen
- verguizen ... verheffen
- verheien ... verhoren
- verhouden ... verjeugdigen
- verjongen ... verklappen
- verklaren ... verknoeien
- verknollen ... verkreukelen
- verkreuken ... verlangzamen
- verlanterfanten ... verlieven
- verliezen ... verlummelen
- verlustigen ... vermenigvuldigen
- vermenselijken ... vermorzelen
- vermuffen ... vernikkelen
- vernissen ... verordenen
- verordineren ... verplichten
- verplooien ... verreizen
- verrekenen ... versagen
- versassen ... verschimmelen
- verschonen ... versjteren
- verslaan ... versloffen
- verslonzen ... verspaansen
- verspanen ... verstarren
- verstedelijken ... verstoppen
- verstoren ... vertakken
- vertalen ... vertimmeren
- vertinnen ... vertuien
- vertuisen ... verviervoudigen
- vervijfvoudigen ... vervrachten
- vervreemden ... verweiden
- verwekelijken ... verwezen
- verwezenlijken ... verwoorden
- verworden ... verzelfstandigen
- verzellen ... verzolen
- verzorgen ... verzwinden
- vesten ... vijzelen
- vijzen ... vlammen
- vlamvatten ... vlooien
- vlotten ... voldoen
- voleinden ... volpakken
- volplakken ... voltanken
- voltigeren ... voorbestemmen
- voorbewerken ... voorbijvliegen
- voorbijzien ... voorhangen
- voorhebben ... vooropgaan
- vooroplopen ... voorspannen
- voorspelden ... voortellen
- voortgaan ... voortreden
- voortredeneren ... voorttobben
- voorttrekken ... vooruitgrijpen
- vooruithelpen ... voorvoegen
- voorvoelen ... vreemdgaan
- vreten ... vrijstaan
- vrijstellen ... vutten